RALLY OBEDIENCE.NL

 

Voorwoord

Hieronder volgen de (concept) reglementen voor de hondensport Rally Obedience.

Deze sport was als wedstrijdsport actief tussen 2005 en 2011.

 

Dit jaar (2021) willen we de sport weer op de kaart in Nederland gaan zetten omdat het een actieve, leuke sport is voor (bijna) alle honden.

 

De sport onderscheidt zich van de ‘reguliere’ obedience doordat er in een parcoursvorm gelopen wordt en er verbaal mag worden aangemoedigd tijdens het lopen en er in de trainingsklasse beloond mag worden met voer en/of spel.

 

In de eerste instantie gaan we proberen om door middel van brevetdagen mensen enthousiast te krijgen voor de sport.

Ook zullen elders dit jaar workshops aangeboden gaan worden voor zowel beoefenaars als voor instructeurs die deze sport willen gaan aanbieden op hun hondenschool.

 

Laten we met zijn allen deze leuke sport weer nieuw leven in blazen…….

 

 

Heel veel plezier.

 

Corrie Jansen (Hondentraining REO Bergschenhoek)

 

 

 

 

n.b. Speciale dank aan Rallylawaaivogel (Jolanda) voor het ontwerpen van enkele nieuwe toegevoegde oefeningen. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

  (Concept) Reglementen RallyObedience.NL

 

Reglementen Rally Obedience.nl

Februari 2023

Introductie

Rally-O is een hondensport waarbij het de bedoeling is dat een team bestaand uit de handler met zijn/haar  hond een door een Keurmeester bedacht parcours bestaande uit een aantal oefeningen (10-22, afhankelijk van het niveau) aflegt. De keurmeester geeft aan de handler het signaal om te starten, en het team (handler-hond) legt het parcours in hun eigen tempo af. Het parcours bestaat uit een aantal bordjes waarop de uit te voeren oefeningen staan.

Deze bordjes zijn genummerd.

Het team loopt in een kwiek tempo maar normale pas het parcours waarbij de hond aan de linkerkant van de handler volgt. (tenzij het bordje anders vraagt). Het moet duidelijk zijn dat er een team bezig is, zowel tijdens het uitvoeren van een oefening als tijdens het volgen tussen de bordjes in, maar een perfecte volgpositie is niet vereist. Nadat de keurmeester het startsignaal heeft gegeven moet het team zelfstandig en correct het parcours afleggen.

 

Het wordt toegejuicht dat handlers veel communiceren met hun hond. Dit wordt niet bestraft. Tenzij anders vermeld in dit reglement mag de handler praten, verbaal belonen, aanmoedigen, in de handen klappen, op het been slaan of iedere andere hond vriendelijke aanmoediging gebruiken. Meerdere verbale commando’s of signalen met één of beide armen of handen zijn toegestaan. De armen van de handler hoeven niet in één bepaalde positie te zijn gedurende het volgen en de uitvoering van de oefeningen.

 

De handler mag de hond niet aanraken om te belonen of fysiek corrigeren.

Luide of ruwe commando’s of intimiderende signalen zijn op geen enkel moment toegestaan en worden bestraft. Het is niet toegestaan om te belonen met voer of een speeltje (uitgezonderd de training klasse (RO-B Tr)).

Ook is het niet toegestaan voer of speeltjes bij zich te dragen tijdens het lopen van het parcours.(uitgezonderd de training klasse RO-B Tr)

Iedereen mag meedoen met Rally-O. Deelnemers met een beperking moeten bij aanmelding doorgeven wat hun beperking is en hoe zij het parcours af gaan leggen (met krukken of in een rolstoel bijv.).

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Algemene regels voor Rally-O wedstrijden

 

In het seizoen 2023 zal in de eerste instantie begonnen worden met brevetdagen.

Zie hoofdstuk 2.

De reglementen zullen worden aangepast met regels voor wedstrijden, wanneer deze gestart zullen worden.

(n.b. Jury moet in geval van later bij wedstrijden gelezen worden als keurmeester).

 

Algemene bepalingen

1.In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de jury.

 

2. De handler mag de hond niet aanraken om te belonen of fysiek corrigeren. Luide of ruwe

Commando’s of intimiderende signalen zijn op geen enkel moment toegestaan en worden

bestraft. Het is niet toegestaan om te belonen met voer of een speeltje (uitgezonderd training klasse) RO-B Trainingsklasse. Ook is het niet toegestaan voer of speeltjes bij zich te dragen tijdens het lopen van het parcours.

 

3. De basispositie van de hond ten opzichte van de geleider tijdens het volgen en het uitvoeren

van de oefeningen is als volgt. De hond dient attent mee te lopen naast het been van de handler, met minimale afstand ertussen. Teveel ruimte of achterblijven geeft aftrekpunten.

 

4. Als de combinatie een NQ (Non-Qualification) heeft behaald zal de jury dit direct na het lopen van het parcours meedelen. Dit met uitzondering van het niet kwalificeren i.v.m. het behalen van minder dan 70 punten.

 

5. Het is mogelijk dat er een zeer uitzonderlijke situatie plaatsvindt tijdens het lopen van een

parcours. In dat geval kan de jury het lopen van het parcours afbreken en een herstart

aanbieden. De handler kan ook verzoeken om een herstart. Dit moet hij doen onmiddellijk na

het lopen van zijn parcours voordat hij de ring verlaten heeft en voordat de volgende

deelnemer gestart is. De jury bepaalt naar aanleiding van dit verzoek of een herstart

wordt toegekend en op welk moment dit zal gebeuren.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

Brevetdagen

 

Algemene procedures

Sectie 1:

Benodigde ruimte

De minimaal benodigde ruimte voor een Rally-O parcours is 15 bij 20 meter, maar 15 bij 25 meter wordt aanbevolen. De ondergrond moet geschikt zijn voor een gehoorzaamheidswedstrijd.

 

Sectie 2:

Inschrijvingslimiet

De limiet wordt bepaald door de organiserende instelling. De jury mag niet meer dan 22 teams per uur beoordelen. Jury’s mogen niet meer dan 8 uur per brevetdag keuren. Jury’s worden in de gelegenheid gesteld om pauzes te nemen.

 

Sectie 3:

Startnummers

De organiserende instelling moet startnummers (in welke vorm dan ook) beschikbaar stellen die door de handler zichtbaar gedragen moet worden.

 

Sectie 4:

Bordjes en staanders

De voorgeschreven bewoording en symbolen moeten worden gebruikt. Bordjes moeten bestand zijn tegen weersinvloeden. Bordjes moeten in A4 formaat afgedrukt zijn. Er zijn 24 staanders nodig per wedstrijdveld. Alle staanders (behalve die voor start en finish) moeten voorzien zijn van een duidelijk cijfer. De oefeningen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 17, 18, 19 en 34, N1,N2, N5, N6 kunnen meermalen in een parcours gebruikt worden. Van deze bordjes moeten er minimaal twee beschikbaar zijn. Alle andere oefening mogen maximaal eenmaal per parcours worden gebruikt.

 

Sectie 5:

Plaatsing van de bordjes

Bordjes worden geplaatst aan de rechterkant van het pad wat de handler loopt, tenzij een

richtingsverandering wordt aangegeven. De bordjes met richtingsverandering worden geplaatst recht voor de handler. Bij oefeningen waarbij pylonen worden gebruikt kan de plaatsing van het bordje aan de linkerkant van de handler zijn. De jury bepaalt de exacte plaatsing van de bordjes.

Het parcours wordt gepubliceerd voordat er voor het eerst verkend mag worden bij de ring. Het parcours c.q. de parcoursen worden uiterlijk 1 uur voor het te lopen onderdeel opgehangen bij het secretariaat.

 

 

 

Sectie 6:

Plaats van uitvoering van de oefeningen ten opzichte van de bordjes

Met uitzondering van oefeningen waarbij de ingang van de oefening vereist dat het bordje links geplaatst wordt, moeten alle oefeningen binnen 1 meter van het bordje worden uitgevoerd. Dat mag direct ervoor, of schuin links voor het bordje. Bij oefeningen waarbij de handler en hond een stap opzij moeten maken staat het bordje in het looppad van de combinatie. Het team moet dan een stap opzij maken van voldoende grootte om het bordje aan de rechterzijde te kunnen passeren.

 

Sectie 7:

Parcours verkennen

Ieder parcours mag 10 minuten verkend worden. Als er meer dan 40 deelnemers in een klasse zijn worden de deelnemers gesplitst.

Handlers verkennen het parcours zonder hond. Als klassen hetzelfde parcours lopen mogen zij voor het verkennen gecombineerd worden. Als er meer dan 40 deelnemers in een (gecombineerde) klasse zitten dan wordt er na het lopen van de veertigste combinatie opnieuw verkend. De jury moet tijdens het verkennen in de ring beschikbaar zijn om vragen van handlers te beantwoorden. De jury mag de handlers gedurende deze periode ook briefen over het parcours, maar gedetailleerde uitleg hoe een oefening moet worden uitgevoerd wordt niet gegeven.

 

Sectie 8:

Keuren

De jury zal het volgende zeggen: “bent u klaar?” gevolgd door “u mag starten”. Op dat moment start de tijd en mag de deelnemer starten.

 

Sectie 9:

Scoren

Om een brevet te behalen moeten minimaal 70 punten worden gescoord van een maximum score van 100. Per dag kan maximaal 1 brevet worden behaald. Er mogen 2 (verschillende) parcoursen per brevet dag worden gelopen.  Uitreiking van de brevetten vind plaats direct na afloop van de klasse.

De maximale puntaftrek voor het niet correct uitvoeren van een oefening is 10 punten per oefening. Alle klassen hebben een maximum score van 100 punten.

 

 

 

 

Puntaftrek:

1 punt wordt afgetrokken voor:

  • Strakke lijn
  • Hond hindert de handler (in alle gevallen waarin de handler wordt belemmerd in zijn
  • Bewegingsvrijheid).
  • Slechte zit of af (scheef meer dan 45° afwijkend)
  • Slecht voorzitten (meer dan 45° afwijkend)
  • Traag, aarzelend of weigerend reageren op commando
  • Het aantikken/aanraken van pylon, sprong, bordje of persoon
  • Basispositie niet correct (hond bevindt zich buiten de ideale basispositie (hoofdstuk 1 punt 3) of is met zijn lichaam meer dan 45° t.o.v. de handler afwijkend)

 

 

 

3 punten worden afgetrokken voor:

  • Herhalen van een oefening (een oefening mag maximaal één keer worden herstart als hij verkeerd is uitgevoerd)
  • Pylon wordt omgegooid bij de figuur 8, spiraal, slalom of slalom heen en terug
  • Bordje wordt omgegooid
  • Hond is slecht onder controle van de baas
  • Luid of intimiderend commando of signaal van de handler
  • Overdadig blaffen
  • Zwaar aanraken van de legger/sprong of afgooien van de legger.

 

10 punten worden afgetrokken voor:

  • Een niet op de juiste manier uitgevoerde oefening* (improper performance IP)
  • Afzetten op een sprong

 

 

 

1-10 punten aftrek:

  • Gebrek aan teamwork (bv. de hond werkt niet goed samen met de baas, snuffelt regelmatig, loopt weg uit de voetpositie maar keert wel meteen terug)
  • Gebrek aan energie (er moet kwiek, energiek worden gelopen, bv. te langzaam lopen en aanpassen aan het tempo van de hond valt hieronder)
  • Fout van de handler** (bv. oefening die wordt gemist maar toch nog uitgevoerd wordt voordat de volgende oefening wordt gedaan, of het geven van de eerste verbale of fysieke correctie)
  • Vanaf beginners klasse: de hond is tijdens het volgen meer dan 1 meter verwijderd van de handler.

 

 

 

Een NQ (Non-Qualification) wordt toegekend:

  • Bij het niet behalen van het minimum aantal punten (70)
  • Hond is niet te hanteren of blaft oncontroleerbaar
  • Voortdurend een strakke lijn
  • Als de hond de ring bevuilt (plassen, poepen)
  • Omgooien van de sprong door hond of handler
  • Fout van de handler**
  • Handler doet geen poging om de oefening van een bordje uit te voeren.
  • Hond neemt de sprong in de verkeerde richting

 

*Een oefening is niet op de juiste manier uitgevoerd als de combinatie de essentiële onderdelen van de oefening niet volbrengt bij de eerste poging. De handler kan er één keer voor kiezen de oefening opnieuw te doen om de oefening correct uit te voeren. Daarbij accepteert hij de 3 punten aftrek die daarvoor staat. De oefening wordt beschouwd als niet goed uitgevoerd als ook de tweede poging niet lukt of als de handler ervoor kiest om een oefening niet opnieuw te doen,

 

 

**Voor een fout van de handler kan een puntaftrek worden gegeven tussen 1-10, tot aan NQ. Een fout van de handler kan worden toegekend tijdens het uitvoeren van een oefening, en tijdens het lopen tussen de oefeningen. Zodra de handler tijdens een oefening met een halt onderdeel is gestopt, mag hij zijn voeten niet meer bewegen om de hond te helpen. Doet hij dit wel, dan wordt dat beschouwd als een fout van de handler.

 

 

Sectie 10:

Rally Brevet

 

Tijdens de brevetdagen mag men 2 (verschillende) parcoursen lopen waarbij er max. 1 brevet gehaald kan worden. Voor ten minste 1 parcours zal een min. Score van 70 punten behaald moeten worden. Men start altijd met het brevet RO-B (wanneer men start in de RO-B training klasse zal daarna eerst een brevet in de reguliere RO-B klasse gehaald moeten worden voordat men verder kan met de overige klassen).

 

 

Sectie 11:

Halsbanden

Slipkettingen, sliplijnen (lijn en halsband uit één stuk), Halti’s en anti trektuigen zijn niet toegestaan.

De halsband moet los te koppelen zijn van de lijn. Een vaste halsband, zgn. Obedience halsband (stof met een klein stukje ketting) en standaard tuig zijn toegestaan. De lijn en halsband/tuig moeten gemaakt zijn van leer of stof en de lijn moet lang genoeg zijn om slap door te hangen. De lijn moet gedurende het lopen slap doorhangen, en mag in één of beide handen of wisselend worden vastgehouden.

RO-1 of hoger: aan de start wordt de lijn losgekoppeld van de halsband of van het tuig. De hond houdt altijd een halsband of tuig om als het parcours wordt gelopen. De lijn moet worden neergelegd op een door de jury aangewezen plaats.

 

Sectie 12

Deelname

Conform het Kynologisch reglement van de Raad van Beheer.

 

Aan de Rally-O brevetdagen kan worden deelgenomen door honden met en zonder stamboom.

  • De honden dienen te zijn voorzien van een identificatiechip en hondenpaspoort.
  • Honden met gecoupeerde oren, geboren na 30 april 1989, en afkomstig uit een land waar een coupeerverbod geldt, dan wel in het buitenland zijn geboren na 1 oktober 1990, zijn van deelname uitgesloten.
  • Honden met een gecoupeerde staart, geboren na 1 september 2001 zijn van deelname uitgesloten.
  • Loopse teven zijn uitgesloten van deelname.
  • Honden met bandages, hechtingen of ingetapete delen mogen niet deelnemen. (tenzij een dierenarts verklaring kan worden overlegd voor aanvang).
  • Honden moeten minimaal 6 maanden oud zijn.
  • Honden die een gecoupeerde staart hebben wegens een ongeval mogen meedoen mits er een dierenartsverklaring wordt overlegd en na toestemming van de coördinator.
  • Honden afkomstig uit een land waar op het tijdstip van de geboorte geen coupeerverbod

gold, kunnen deelnemen indien vooraf een gewaarmerkte verklaring van de autoriteiten van het betreffende land wordt overlegd dat het couperen ten tijde van de geboorte van de hond was toegestaan.

  • In beslag genomen honden met gecoupeerde oren of staart mogen deelnemen als er een
  • verklaring van politie of asiel van waaruit de hond werd geadopteerd wordt overlegd waaruit blijkt dat de hond in beslag was genomen.

 

 

 

Hoofdstuk 3

Brevetten

Sectie 1:

Training klasse (RO-B (Tr))

Alle oefeningen worden aangelijnd uitgevoerd. Alle honden moeten de ring aangelijnd betreden en verlaten.

Een Rally-Obedience training parcours bestaat uit 10-15 oefeningen (start en finish niet meegerekend) met minimaal drie en maximaal vijf oefeningen waarin een halt onderdeel moet worden uitgevoerd en max. 1 wissel oefening (+ terug wissel).

Bij de (stationaire) oefeningen gemarkeerd met een “smiley” mag de hond beloond worden met voer of spel. (De beloning moet tijdens het lopen van het parcours in een afgesloten (voer) buidel of jaszak zitten en mag niet zichtbaar zijn).

 

Reguliere klasse (RO-B)

Alle oefeningen worden aangelijnd uitgevoerd. Alle honden moeten de ring aangelijnd betreden en verlaten.

Een Rally-Obedience regulier parcours bestaat uit 10-15 oefeningen (start en finish niet meegerekend) met minimaal drie en maximaal vijf oefeningen waarin een halt onderdeel moet worden uitgevoerd en max. 1 wissel oefening (+ terug wissel)

In deze klasse mag er geen voer en/of speeltje meegenomen worden tijdens het lopen van het parcours (ook niet in de zak).

 

 

Sectie 2:

Beginners klasse (RO-1)

Alle oefeningen worden los van de lijn uitgevoerd. Alle honden moeten de ring aangelijnd betreden en verlaten.

De hond wordt afgelijnd bij het Start bordje. De lijn moet worden neergelegd op een door de

jury aangewezen plaats. Na het signaal “u mag starten” van de jury kan het team starten.

Een Rally-Obedience beginners klasse parcours bestaat uit 12-17 oefeningen (start en finish niet meegerekend) met minimaal drie en maximaal zeven oefeningen waarin een halt onderdeel moet worden uitgevoerd.

In een beginners parcours moeten minimaal drie beginners oefeningen voorkomen plus een sprong en max. 2 wisseloefeningen.

 

 

 

Sectie 2a:

Sprongen

Voor deze klasse moet één sprong worden gebruikt. Het mag één van de volgende sprongen zijn: dichte of open hoogtesprong. Alle kleuren zijn toegestaan. De jury is ervoor verantwoordelijk dat de sprong correct wordt geplaatst.

 

De dichte hoogtesprong bestaat uit twee staanders en massieve elementen in de juiste hoogtes.

De open hoogtesprong bestaat uit twee staanders (zonder vleugels) en een legger.

 

Sectie 2b:

Spronghoogtes

 

De schofthoogte van de hond moet op het inschrijfformulier worden vermeld.

Inschrijvingen moeten worden geordend op spronghoogte van de honden van hoog naar laag of laag naar hoog.

Schofthoogte hond     Spronghoogte

Onder 25 cm              10 cm

Tussen 25 en 38 cm   20 cm

Tussen 38 en 50 cm   30 cm

Vanaf 50 cm               40 cm

Honden met een medische en verklaring en senioren ( > 8 jaar en aangegeven bij inschrijving) springen de laagste spronghoogte.

 

Sectie 3:

Gevorderden klasse (RO-2)

In deze klasse komen deelnemers uit die  Rally Obedience Beginners brevet (RO-1) hebben behaald.  

 

Alle oefeningen worden los van de lijn uitgevoerd.

Alle honden moeten de ring aangelijnd betreden en verlaten.

Een Rally-Obedience gevorderden parcours bestaat uit 15-20 oefeningen (start en finish niet meegerekend) met minimaal drie en maximaal zeven oefeningen waarin een halt onderdeel

moet worden uitgevoerd.

In een gevorderden parcours moeten minimaal drie gevorderden oefeningen voorkomen plus min. 1 sprong, min. 2 wissel oefeningen en 1 afstandsoefening.

Alle verbale aanmoedigingen, meerdere commando’s en/of signalen met 1 of 2 armen/handen zijn toegestaan.

 

 

 

Sectie 4:

Expert klasse (RO-3)

In deze klasse komen deelnemers uit die  Rally Obedience Gevorderden brevet (RO-2) hebben behaald. 

Een Rally-Obedience expert parcours bestaat uit 18-22 oefeningen (start en finish niet meegerekend) met minimaal drie en maximaal zeven oefeningen waarin een halt onderdeel

moet worden uitgevoerd.

In een level 3 parcours moeten minimaal drie level 3 oefeningen voorkomen en minimaal twee level 2 oefeningen plus min. 1 sprong, min. 2 wissel oefeningen en 2 afstandsoefeningen.

Alle verbale aanmoedigingen, meerdere commando’s en/of signalen met 1 of 2 armen/handen zijn toegestaan.

 

 

 

Glossary (scoreformulier)

 

Improper Performed Station (IP) – niet correct uitgevoerde oefening, één of meerdere essentiële onderdelen van een oefening zijn niet of niet correct uitgevoerd.

Repeat of Station/Retry  (Retry)– herhalen van een oefening. Een oefening wordt in z’n geheel herhaald, inclusief de aanloop naar de oefening toe, voordat de volgende oefening wordt uitgevoerd.

Station not attempted by the handler (NA) – handler doet geen poging om de oefening van het bordje uit te voeren voordat hij de volgende oefening uitvoert.

Non Qualification (NQ)

 

 ================================================================================

 

Download
Volledig reglement incl. uitleg oefeningen
Rally-O.NL reglementen 2023.pdf
Adobe Acrobat document 945.4 KB